Je kunt gevoeglijk stellen dat het optreden op zondag 14 juli 2024 vóór de Basiliek van Meerssen kan worden gerekend onder de muzikale hoogtepunten van dit jaar van ons koor. Begenadigd door de meest ideale weersomstandigheden kon dit jaar dit optreden plaatsvinden. Een groot aantal van onze koorleden begaf zich dan ook met hooggespannen verwachtingen om een uur of één naar ons geriefelijk en gastvrij verenigingslokaal Conne5t om daar de stembanden te smeren en sóépel te zingen.
Luchtig gestoken in ons MMK-T-shirt verplaatsten we ons vervolgens in ganzenmars naar de Markt. Daar stelden we tot onze vreugde vast dat reeds vele belangstellenden de diverse terrassen hadden bezet. Het verdere inzingen en de geluidsproeven ontwikkelden zich daardoor als een onbedoeld voorproefje: de stemming zat er gelijk al goed in.
Klokslag 2 uur, letterlijk, kon begonnen worden, en nadat ook het carillon uitgeklingeld was, kon onze onvolprezen spreekstalmeester Sjef Dohmen zijn aankondigingen beginnen. Sjef steekt daar met ziel en zaligheid heel veel voorbereiding in. Zo bouwt hij een extra spanningsveld richting publiek op. We begonnen dan ook vol zelfvertrouwen en zangplezier met “Mien Limburgs Landj”, een sfeervol nummer van de Schintaler, in een prachtig arrangement van onze pianist Leon Dijkstra, waarna met veel vuur “Hawa Nagila” werd verklankt, ook als eerbetoon aan onze recent overleden ere-dirigent Rob Waltmans, die hiervoor destijds het arrangement schreef. En afgerond werd dit tritsje met een nieuw, luchtig nummer op ons repertoire “Ich bin kein Bajazzo” van J.W.Scharf. Maar de echte primeur was de presentatie van de dirigent van dit nummer, ons jongste koorlid, bas Tjen van Weersch (20). Tjen is eerstejaars student aan het Conservatorium Maastricht en fungeert sinds kort ook als repetitor van ons koor. Hij doorstond deze vuurdoop glansrijk, hetgeen ook extra werd onderstreept door langdurig applaus.
Ondertussen waren de terrassen verder volgestroomd en dat kwam goed uit want het moment van de samenzang was aangebroken, waarbij alle aanwezige mannen inmiddels traditiegetrouw worden uitgenodigd om zich bij het koor op te stellen en mee te zingen in een populaire medley. Ons streven is er immers ook op gericht om nieuwe leden te werven. Spreekstalmeester Sjef Dohmen had daarvoor ook weer een wervend marketingpraatje uitgewerkt.(“Dames, bezorg Uzelf één avond de macht over de afstandsbediening”). Of het tot nieuwe leden zal leiden zal weer moeten blijken, maar hoe dan ook, er werd met een verdubbeld koor verklanking gegeven aan Ramona, Junge komm bald wieder, Blowing in the wind, Ich bau dir ein Schloss (so wie in Meersje…😊), Hallelujah en Ein Festival der Liebe. Het plezier spatte er vanaf.
Dat is natuurlijk ook de grote verdienste van onze dirigent John Gerits, die met zijn muzikaliteit en aanstekelijk enthousiasme ons koor tot grotere hoogten weet te inspireren en een gevoel van jeugdigheid weet los te maken. Dat voel je als we gaan wiegen in het Napolitaanse vissersliedje “O Marenariello”, maar evenzeer toen we het ijzer smeedden in “Der Hammerschmied”.
En daarmee waren we alweer aanbeland bij het laatste nummer voor de pauze, “Het veldboeket”. Traditiegetrouw hadden we ook deze keer een ruiker voor een van onze vrouwelijke toehoorders bij ons en bedacht was om dat boeket deze keer aan te bieden aan de oudste dame in het publiek. Dus Sjef begon: “Is er iemand van 100 jaar? Van 99 jaar, van 98 jaar, van 97 jaar, van 96 jaar? JAAA, Bingo! En laat dat nu mevrouw Severijns zijn, de moeder van ons trouwe (bestuurs)lid Guido. Dat gaf iedereen een goed gevoel.
Op naar de pauze, voor de hoognodige verfrissingen en waarin we werden voorzien van een passend hoofddeksel voor ons vervolgoptreden. Terug dus naar de Markt, waar we wederom verwelkomd werden door 3 sonore klokklanken en door vrolijke carillonmuziek. Een voortreffelijke introductie voor ons openingsnummer, Mala Moja, dat we tegenwoordig vrijuit zonder partituur zingen en dat komt het “NEIN” en het tschillibilli bella onmiskenbaar ten goede. Vervolgens werd met de uitvoering van de Zeemansmedley duidelijk waarom we een matrozenmuts droegen en dirigent en pianist voorzien waren van een kapiteinshoofddeksel, terwijl Sjef Dohmen, met ooglapje en piratensteek, gesouffleerd werd door een bonte papagaai op zijn schouder.
In het volgende nummer, ook nieuw op ons repertoire, werd duidelijk waar al die inspiratie vandaan kwam: “In Vino Veritas”, in welk nummer er ook nog een opening gevonden werd naar vermelding van een gewaardeerde sponsor van ons koor, Arno Claessens. Daarmee werd ook een soepele overgang gerealiseerd naar een Beppie Kraft Medley, waar getuige de vocale deelname het stemhebbende volk van Meerssen veel herkenning en plezier aan beleefde.
En toen was het tijd voor de afdeling pijnbestrijding. Een bekende klassieker van de Keulse Black Fööss , door ons talentvolle koorlid Jo Bertholet van een adequate dialectvertaling voorzien, werd door Willy Smeets, Alex Willems en Sjef Dohmen jammerend verklankt en aangrijpend verbeeld, waarna de rest van het koor in het refrein het nog maar eens dunnetjes overdeed en demonstreerde “wao ut allemaol piën duit”. En John Gerits zou John Gerits niet geweest zijn als hij niet grote delen van het publiek ook betrokken had bij dit pijn-delen. Vastgesteld mag worden dat er grote mimische talenten verscholen zitten onder de Meerssense populatie.
En zo was alweer een eind gekomen aan dit zomeroptreden en na een dankwoord van voorzitter Nico Vroom, dachten we af te sluiten met een “Dankeschön und auf Wiederseh’n”, maar er hing duidelijk nog een verlangen naar méér in de lucht en dirigent John Gerits, met zijn fijn-ontwikkelde antenne voor dergelijke gevoelens, kon er dan ook niet aan voorbij om nog eens de pijnbestrijding in te duiken en dat leidde uiteindelijk tot de verlichting waarmee we het “Adieu, du kleine Gardenoffizier” konden inzetten, hetgeen alom als een passende afsluiting werd ervaren.
We kunnen kortom terugzien op een buitengewoon geslaagd en plezierig optreden, waarbij niet vergeten mag worden dank en waardering uit te spreken aan al degenen die een organisatorische rol hebben vervuld om dit tot een succes te maken, dat zijn er te veel om op te noemen, en daarom doen we dat nu niet. Maar zonder al die helpende handen en denkende hoofden zou het niet lukken. Dus dank daarvoor en dank aan het talrijke publiek dat met langdurig applaus en enthousiaste reacties achteraf ons een aanmoediging gaf om dit nog vaker te doen.
Karel Majoor